Honkbal en softbal zijn veldsporten, gespeeld door twee teams van elk negen spelers, die om de beurt slag- en veldpartij zijn. Een wedstrijd bestaat uit negen inningen, dit zijn perioden waarin elk van beide teams eenmaal slagpartij en eenmaal veldpartij is. Alleen de slagpartij kan punten maken. Door een (aangegooide) bal in het veld te slaan en veilig alle vier de honken te bereiken, heeft de slagman een punt gemaakt. De veldpartij kan de slagman/loper verhinderen om een punt te maken door hem uit te maken. Dit kan door het maken van een vangbal, de loper uit te tikken of te branden. Bij drie “uit” wordt er gewisseld van veldpartij. Als beide teams aan slag zijn geweest, is er één inning voorbij. De wedstrijd wordt op tijd gespeeld, daarna moet de inning worden afgemaakt. Het team dat de meeste punten heeft gescoord, wint de wedstrijd. Zowel in de aanval als ook in de verdediging is tactiek van belang.
Vooral in de verdediging moet je goed nadenken over welke actie je moet maken als de geslagen bal bij jou terechtkomt.
Daarnaast is het van belang dat de honk- en softbalsport in algemene zin sportief van aard is en een relaxte sfeer ademt, waarbij teamgenoten, de tegenstander en de scheidsrechter met respect worden benaderd.